Monthly Archives

september 2022

Jeugdherinnering: Tante Mien kreeg zoveel jaar later een plekje in mijn hart. 

By | Geen categorie | One Comment

Tante Mien, is de vrijgezelle zus van mijn vader. Ze woonde al bij ons thuis, omdat mijn vader introuwde bij zijn ouders en zij daar ook woonde. Een normale gang van zaken in 1945, zo vlak na de oorlog. Mijn vader en moeder trouwde en omdat mijn vader de boerderij overnam van zijn vader was dit een logisch besluit. Nu denk ik wel eens, hoe zou dat toch voor mijn moeder geweest zijn. Trouwen met je man en dan zijn ouders en zus erbij krijgen! Laten we het vooral in dat tijdsbeeld plaatsen.  Wanneer opa gestorven is, weet ik niet, maar oma stierf in het jaar 1958, het jaar dat ik geboren ben, als nummer negen in de rij. Tante Mien had recht op haar eigen vertrekken in het huis en een kippenren met kippen. Een heel normaal beeld uit mijn jeugd.

Mijn oudste zus was vaker bij tante Mien, dan bij ons gezin. Zij sliep bij tante Mien in bed, wat haar plek anders maakte. Daarnaast at ze regelmatig bij tante Mien en dat was wel een exclusief recht. Als klein meisje heb ik me wel eens afgevraagd, of ons Dinie een zus, of toch een kind van tante Mien was. Niet dat ik dat raar vond, want wij hadden tenslotte negen kinderen, dus wat maakte het uit.  Later heb ik wel eens gehoord dat tante Mien en mijn moeder niet echt vriendinnen waren. Volgens tante Mien was mijn moeder niet streng genoeg!

Mijn moeder kreeg in 1963 borstkanker en langzaam kon ze steeds minder.  De behandeling bestond uit bestralingen en veel ziekenhuis bezoeken. Het veranderproces thuis ging zo geleidelijk dat het mij als kind niet opviel. Mama deed steeds minder in huis en tante Mien nam het praktische huishouden meer en meer op zich.  Ze kookte niet meer alleen voor haarzelf maar ook voor ons gezin en zat op mijn moeders plek aan tafel, als zij in het ziekenhuis was. Ze zat alleen in de avonduren nog in haar eigen vertrekken.

We deden allemaal of het de normaalste zaak van de wereld was, maar diep in mijn hart wilde ik niet dat ze op mama’s plek zat. Ik vond het fijn om  naast mama te zitten en miste haar als ze er niet was. Die plek kon niet vervangen worden, toch gebeurde het. Daar begon het stille verzet tegen tante Mien.

Mama stierf in 1969 en ons gezin draaide “ gewoon” door. Iedereen in het dorp vond dat wij geluk hadden, omdat tante Mien er was om voor ons te zorgen.
Ik vond het moeilijk om te horen, voelde me ondankbaar. Hoe kon ik me gelukkig voelen, met iemand anders dan mijn moeder die voor ons zorgde.  Ik durfde niets te zeggen.  

Twee jaar na mijn moeder stierf mijn oudste broer door een bedrijfsongeval. Dit voelde als een bom die ontplofte, iedereen in ons gezin, was ontredderd en de weg kwijt.  Mijn vader was al niet zo spraakzaam, nu zei hij niets meer en bemoeide zich niet of nauwelijks met ons. Mijn broers kregen om beurten ruzie met tante Mien, ze waren brutaal en boos. Nu denk ik: “Iedereen was verdrietig en niemand wist hoe er mee om te gaan”. Praten hadden we niet geleerd en denk maar niet dat je het gaat doen bij zoveel verdriet! Wat je thuis niet kon vinden, zocht je elders, bij vrienden, buren of andere familie. Maar ook hier sprak je niet over thuis, je was blij dat je even die “zware jas” niet voelde.  Doorgaan was de remedie. Omdat ik een meisje was, betekende dat huishoudelijke taken doen, iets waar ik me altijd tegen ben blijven verzetten. Ik wilde liever buiten zijn, op de boerderij. 

Toen mijn oudste zus ging trouwen kwam de plek vrij bij tante Mien in bed. Mijn middelste zus raadde mij het hartgrondig af, maar ik zag alleen de voordelen. Ik had het vaak koud in mijn bed en was ook bang in het donker. Haar kamer was verwarmd en de straatlantaarn scheen door de gordijnen. Misschien wilde ik ook wel dat speciale plekje, want mijn oudste zus had.
Later had ik spijt, want natuurlijk was het ook raar, om langs je tante in bed te liggen als je in de puberteit bent. Zeggen dat ik het niet meer wilde was ook geen optie

Toen mijn laatste broer het huis uitging en ik nog alleen overbleef ben ik naar zolder verhuisd. Tante Mien vroeg de volgende ochtend of ik goed geslapen had en ik zei: “ Jazeker”. In werkelijkheid was ik bang geweest van de geluiden op de open zolder, maar ik zette door en kreeg eindelijk een eigen plek. 

Ook ik kreeg vaker woorden met tante Mien. Ze begreep niet dat ik wilde studeren. Studeren, iets wat mijn moeder altijd belangrijk gevonden had, maar waar ik nu voor moest vechten.
Ik wilde naar de Avond Mavo,  maar mijn vader geloofde niet dat ik het kon. Ik, die elke avond weg was, bij vriendinnen en dan ineens drie avonden in de week naar school.
Hij wist niet dat ik vaak weg was, omdat thuis mij weinig te bieden had. Dat ik een vak wilde leren en met kinderen wilde gaan werken, kwam niet bij hem op. Hij dacht even na en met de toezegging dat ik minimaal 1 jaar af zou maken mocht het. Ik wist toen al dat ik mijn diploma ging halen, het was mijn weg naar buiten, naar een eigen leven. Mijn zus en broer hadden brieven van onze moeder, toen ze studeerde. Voor mij was er niemand die me aanmoedigde en trots op me was. Ik was nog maar zestien en aan huis gekluisterd door de omstandigheden en was vastbesloten me daar niet bij neer te leggen. 

Hiermee kwam ik los van tante Mien, mijn vader en thuis. Ik ging mijn eigen leven leiden, met eigen keuzes en wist heel goed wat te doen.
Daardoor kon ik tante Mien en mijn vader meer op een afstand zetten, terwijl ze toch bij mijn leven hoorde.  

Door zelf moeder te worden, veranderde mijn relatie met tante Mien. Als ik op bezoek kwam had ze tijd voor mij en de kinderen. Ze was een lieve oma. Daarin kon ik haar waarderen en kreeg ik een betere band met haar. Niet dat de gesprekken anders werden, maar daar had ik haar ook niet meer voor nodig. Het was meer het gevoel dat je welkom was, een thuisgevoel.  

Tante Mien, Mijn moeder had ik heilig verklaard in mijn jeugd, daar kon niemand aan tippen.
Genoeg reden om je niet in vertrouwen te nemen. Daarnaast was er mijn vader, die stikte in zijn verdriet, waardoor hij totaal geen oog had voor ons.  Wij hielden altijd rekening met hem, alsof hij de enige was met verdriet in ons gezin! 

Tante Mien, ik geef het je te doen, wat jij gedaan hebt. Want inderdaad was het een geluk dat jij er was, als een constante factor binnen ons gezin. Als ik het kerkhof bezoek ga ik eerst naar het graf van mijn ouders en daarna altijd even naar jou. Altijd deze volgorde, maar weet dat ik ook van jou ben gaan houden.