Monthly Archives

juni 2020

Jeugdherinnering Tineke

By | Geen categorie | No Comments

Achter de boerderij, waar ik opgroeide, waren de weilanden, appelbomen en de koeien en paarden in de wei. Graag zwierf ik daar rond en speelde ik in de rode oude bestelbus, die in de appelboomgaard stond als onderdak voor de dieren. Helemaal blij was ik als het veulentje achterin stond te schuilen voor de regen. Dan mocht ze mee met mijn avontuur. Zittend achter het stuur, de versnellingspook heen en weer bewegend en de denkbeeldige sleutel in het contact. Altijd pruttelde de motor, wilde hij vandaag wel starten?

Het geluid deed ik na, niet te hard, want ik wilde niet dat iemand mij hoorde. Daarna gaf ik vol gas, met de wind door mijn haren scheurde ik over denkbeeldige snelwegen. Steeds harder en met op de radio mijn lievelingsmuziek en altijd zong ik keihard mee. Weg van hier, ver weg over land en zee naar een andere plek. Soms moest er heel hard op de rem getrapt worden, soms nam ik een lifter mee, Soms verdwaalde ik, maar altijd kwam ik ergens terecht waar ik graag wilde zijn. Daar wilde ik dan blijven en niet meer teruggaan.

Uit de verte hoorde ik iemand roepen, als ik goed luisterde hoorde ik inderdaad mijn naam. “Tineke, kom je eten”. Nee, nee dat wilde ik helemaal niet en in gedachte zette ik de radio harder en bleef ik op de fijne plek waar ik naar toe was gegaan. Door me stil te houden, dacht ik even dat het gelukt was. Helaas daar klonk het weer, dit keer minder vriendelijk. Diepe zucht, tegelijkertijd voelde ik een beetje buikpijn opkomen. Nu wist ik dat er geen keuze meer was, draaide het stuur en maakte rechtsomkeer. Met tegenzin stuurde ik terug naar huis, waar mijn spel al eerder verstoord was geraakt door het roepen van mijn naam. Terwijl ik uitstapte treuzelde ik nog even, liep langs het veulentje en liet mijn hand langs zijn natte koppie glijden. Het leek wel alsof hij begreep wat ik van binnen voelde.

Niemand hoefde te weten hoe erg ik het vond om aan tafel te komen om te eten. Die dag kreeg ik alleen maar op mijn kop, omdat ik te laat binnen kwam en daardoor had een ander de tafel alvast gedekt. Fijn, dat was dan in ieder geval gelukt, want dat wilde ik liever nooit meer doen. Toen ik binnenkwam zaten ze al aan tafel, dus wist ik dat er maar 10 borden stonden. Als ik het moest doen stonden er gewoon 11 borden. Mijn moeder mocht niet dood zijn, zij kreeg gewoon een bord. Mijn zus wist dit en zei dan :”we zijn nu met tienen”. Soms aaide ze me over mijn haren en zag ik een traan in haar ogen als zij dit bord terugzette in de kast. Oeps, nu had ik ook haar nog verdrietig gemaakt, hoe had ik dat nu kunnen doen. Voortaan zou ik ophouden met het 11e bord op tafel te zetten.

Terwijl ik zwijgend zat te eten dacht ik aan mama. Hoe zou zij het vinden als ik geen bord meer voor haar op tafel zou zetten. Ze was altijd zo blij dat ze weer kon aanschuiven, nadat ze soms weken in het ziekenhuis had gelegen. Als ik er geen bord meer neerzette zou ze vast nooit meer terug komen. Bij dat idee slikte ik mijn tranen in en kreeg ik nauwelijks nog een hap door mijn keel. Tegen wie kon ik dat nu zeggen?

Ben benieuwd of iemand zich herkent in dit verhaal uit mijn jeugd. Voel je vrij om te reageren als je daar zin in hebt. info@praktijkverliesbegeleiding.nl