Het is koud en ik kruip snel in mijn bed, diep onder de dekens. Het gezoem van de diepvries is me vertrouwd, buiten waait het en ik hoor takken kraken. Ik kijk elke avond even onder het bed, gelukkig ligt er niemand onder, alleen een paar oude schoenen. Vlug spring ik op het bed en ga ik helemaal achteraan liggen, achter mijn grote “looppop”. Er liggen nog meer poppen in mijn bed, wel 6 alles bij elkaar. Ze hebben allemaal hun eigen plek en elke avond lig ik achteraan. Ik wil op een pop lijken en probeer onzichtbaar te ademen en vooral niet te bewegen. Vanavond lukt het niet zo goed, mijn neus kriebelt en ik moet niezen. Ik moet wel bewegen en tegelijkertijd ga ik nog dichter tegen mijn grootste pop liggen. Ze heeft een blauwe jurk aan en een gebreid vestje, wat lekker aanvoelt en toch ook kriebelt . Daarnaast ligt mijn babypop met een roze flannellen pyjama, wat nog zachter aanvoelt, maar zij is te klein om me achter te verstoppen. En daarnaast ligt mijn lievelingspop “Eetje”. Mijn broer heeft in een boze bui haar kop er half afgetrokken, ik ben hier nog steeds erg boos over. “ Ik denk dat de andere poppen wel voor haar zorgen, zodat ze wel weer beter wordt. Ik heb er straks zelf nog een grote pleister overheen geplakt.
Voordat ik in slaap val, denk ik altijd aan mama, ze is doodgegaan, nog niet zo lang geleden en ik mis haar. Ik vouw mijn handen onder de dekens en ga heel sterk aan haar denken. In mijn hoofd wordt de kamer dan helemaal verlicht en zie ik haar verschijnen zoals de Heilige Maria. Ondertussen vraag ik zeker tien keer achter elkaar : “Lieve mama, wil je aan me verschijnen, lieve mama wil je dit alstublieft 1x doen, lieve mama het maakt me niet uit wanneer, als je maar 1x komt.. Dat kan toch wel, waarom doe je het niet, mama.. Ik mis je..
Misschien lukt het nu wel en ik kijk door een spleetje mijn kamer in. Nee, weer niet gelukt, het is nog steeds donker en koud. Ik draai me om, diep onder de dekens en ga slapen.. en soms even huilen.. maar dan zo zachtjes dat niemand het hoort. Zo val ik in slaap. Ik weet dat de grote pop op de kleine poppen past en ook op mij. Inbrekers denken vast dat ik ook een pop ben, dus vooral niet meer bewegen nu.
Lieve ( kleine) Tineke
Ik weet hoe bang je was in dat kamertje en dat grote bed. De geluiden van buiten, de bomen en het kraken van de takken. Steeds keek je onder het bed en daarna hield je je adem in om zo stil mogelijk te zijn. Het was niet de angst voor inbrekers en er heeft ook nooit iemand onder je bed gelegen.
Het was andere angst, de angst voor het leven, de dood kwam voorbij.
Was je bang dat de dood je zou vinden achter je poppen! Ik kon je niet langer beschermen in dit leven hier op aarde, hoe erg ik dat ook vond. Op jou manier zocht je veiligheid achter je poppen, en zo kon je weer slapen. De wereld was niet meer veilig voor je en ik heb het niet kunnen voorkomen. Mijn tijd hier op aarde zat erop en hoe graag jij ook wilde dat ik terug zou komen, het kon gewoon niet..
Kleine Tineke ik heb altijd over je gewaakt,
Het bestaat echt, er zijn onzichtbare draadjes geweven uit liefde voor elkaar.
Ook tussen jou en mij
Je mama