De jus die te licht was

We zitten aan tafel, mijn vader, m’n stiefmoeder, m’n zusje en ik. Er komt kip op tafel met een jus die (daarom) natuurlijk licht van kleur is. Ik zeg: “goh, wat een lichte jus”. Mijn stiefmoeder flipt, begint te schreeuwen en te huilen “het is ook nooit goed” en kwaad klinkt ze ook. Ze verdwijnt naar de slaapkamer. Mijn vader gaat haar achterna en als hij terugkomt zegt hij dat ik mijn excuses aan moet bieden. Waarvoor? De jus is toch immers licht? Maar natuurlijk zal ik ‘sorry’ gaan zeggen (vooral voor mijn vader), hoewel absoluut niet gemeend.

Dit voorval is exemplarisch voor de relatie met mijn stiefmoeder. Zij had het gevoel erg haar best te doen en niet gewaardeerd te worden. Ik had het gevoel enorm op mijn tenen te moeten lopen om niets verkeerds te zeggen. Zij was een onzekere vrouw van midden 30 die plotseling een heel gezin kreeg door met mijn vader te trouwen, als toegift 2 pubermeiden die hun moeder nauwelijks een jaar geleden waren verloren. Voor alle partijen niet makkelijk.

Wat ontbrak was de aanwezigheid van mijn moeder, in foto’s, in verhalen. Die waren er niet meer. Het leven ging door en haar bestaan werd doodgezwegen. Dat deed pijn. Een pijn die ik waarschijnlijk niet echt onderkende, maar die ging zitten in woede naar mijn stiefmoeder. Mijn vader drong er sterk op aan dat we ‘mama’ tegen haar gingen zeggen. Maar ‘mama’ was voor mijn eigen mama gereserveerd. Uiteindelijk zei ik het maar. Ik weet nog de eerste keer dat ik het deed: roepend boven aan de trap, zodat ik haar niet aan hoefde te kijken. En in mijn achterhoofd dacht ik dan meteen: “je bent toch lekker mijn mama niet”. Dat heeft bij mij veel kwaad bloed gezet, haat gezaaid. Ik kon haar heel moeilijk verdragen. Maar mijn vader was tevreden en daar ging het natuurlijk uiteindelijk om – hem wilde ik niet ook nog kwijt.

Wat jammer dat er destijds geen informatie en hulp was voor een gezin als het onze. Dat had toch wel veel ellende kunnen voorkomen. We waren allemaal onthand in deze situatie. Ik was ook echt geen lieverdje. Er waren avonden dat mijn stiefmoeder en ik alleen samen thuis waren en dan zeiden we geen woord tegen elkaar; een gespannen zwijgen. Maar intussen kookten we natuurlijk van binnen en liepen de hele avond op eieren.

Wat nodig was geweest, was de erkenning van het bestaan van mijn eigen moeder en dat zij door niemand vervangen kon worden. Dat we over haar konden praten, dat we de pijn van het missen mochten voelen en uiten. Dat er een plek voor haar was, letterlijk door een foto en misschien een kaarsje of bloemetje, dat ze herdacht werd op de bijzondere dagen. 

Mijn vader had het waarschijnlijk vanuit zichzelf helemaal niet in huis om hier op deze manier aandacht aan te geven. Er is bij hem nooit aandacht geweest voor zijn gevoelens. Zijn eigen moeder stierf toen hij 8 jaar oud was en op zijn 13e verliet hij zijn ouderlijk huis vanwege een stiefmoeder waar hij niet mee overweg kon. De geschiedenis herhaalde zich. 

Hij heeft tot zijn 21e op verschillende adressen gewoond en is daarna 3 jaar lang als dienstplichtige in Indië geweest. Hij is een kei in Overleven en er zijn voor hem waarschijnlijk geen goede plekken geweest waar hij zijn gevoelens toe kon laten. Het was een tijd van doorgaan en niet te moeilijk doen.

Datzelfde heb ik ook lange tijd gedaan, tot ik op mijn 29e moeder werd en mijn potje onderdrukte gevoelens steeds minder dicht kon houden. Langzaamaan kwam mijn pijn naar buiten en heb ik veilige plekken gezocht en gevonden om deze pijn aan te kijken en dit grote verlies kunnen verweven in mijn leven. Daar ben ik dankbaar voor.

Ik heb geen verwijten meer; ik weet dat mijn vader en stiefmoeder op hun manier hun best hebben gedaan.

Dit grote verlies heeft me ook veel gebracht: sinds 1996 is het mijn werk geworden: het begeleiden van mensen die in hun jeugd een ingrijpende verlieservaring mee hebben gemaakt en de (onverwerkte) pijn hiervan later in hun leven weer tegenkomen. Ik heb er het boek ‘Verlaat Verdriet’ over geschreven.

Meer info vind je op www.ankersmid.nl